Wat hebben een apenselfie en de griep gemeen?


Foto: David Slater/Celebes crested macaque

Een van de beroemdste selfies is die van een kuifmakaak die uit nieuwsgierigheid op de opnameknop drukte van de fotocamera van een natuurfotograaf. De grappige foto toont een breed grijnzende aap en werd zo’n regelrechte internethit. Van foto’s en video’s die massaal op internet worden gedeeld zegt men dat ze ‘viral’ gaan: het beeldmateriaal verbreidt zich als een virusepidemie. Maar hoe verspreidt een virus zich nu precies en hoe goed klopt de analogie?

De meningen zijn verdeeld of een virus een organisme, ofwel een levend wezen is. Daar zijn argumenten voor en tegen te verzinnen, en hangt af van wat men onder ‘leven’ verstaat. Een virus is een randgeval. Het is niet veel meer dan een beetje genetisch materiaal in een beschermende omhulling van eiwitten. Een virus bestaat dus niet uit een cel zoals een bacterie en is vele malen kleiner.

Een belangrijk kenmerk van een virus is dat het zich niet zelfstandig kan voortplanten. Cellen kunnen dat wel en bezitten de machinerie om eiwitten te produceren en genetisch materiaal te kopiëren. Daarom dringt een virus een cel van zijn gastheer binnen en kaapt daar de boel. Het dwingt de machinerie van de cel om kopieën van het virus te maken, dat zich zo voortplant.

De mens als gastheer
Hier klopt de analogie met ‘going viral’ deels. Ook een mediabestand kan zichzelf niet kopiëren, daar heeft het de mens als gastheer voor nodig. Vaak wordt echter niet de foto of video zelf gekopieerd, maar wordt een link naar bijvoorbeeld YouTube gedeeld.

Een virus kan zich direct of indirect verspreiden. Het griepvirus bijvoorbeeld verspreidt zich direct door mee te liften in kleine druppeltjes die bij het niezen of hoesten vrijkomen en op een andere gastheer belanden. Bij de indirecte route wordt een ander organisme ingeschakeld voor vervoer. Denk aan de denguemug die het knokkelkoortsvirus van de ene gastheer naar de andere transporteert.

Ook mediabestanden kennen een directe route – de ene gastheer toont het filmpje op zijn telefoon aan een andere gastheer – of een indirecte route, waarbij een link naar een YouTube-filmpje via WhatsApp of e-mail wordt vervoerd. Bij populaire filmpjes zie je vaak dat andere mensen er varianten op bedenken, wellicht in de hoop zo zelf een internethit te scoren. Ook virussen kennen iets dergelijks. Hun genetisch materiaal kan variëren (muteren), wat voordelig is in het eeuwige gevecht met het immuunsysteem van de gastheer.

Een soort virusseks
Eveneens populair op internet is de ‘mash-up’, waarbij twee of meer muziekhits fraai worden gecombineerd. Ook hier bestaat een analogie met virussen. Het komt voor dat een cel wordt geïnfecteerd door twee verschillende griepvirussen. De machinerie van de cel produceert dan kopieën van het genetisch materiaal van beide virussen dat vervolgens wordt gemixt en een nieuw type griepvirus produceert. Een soort virusseks.

Virussen hebben een slechte naam. Niet alleen als ziekteverwekkers, maar ook als computervirussen. Voor een computervirus gaat de analogie zelfs nog wat beter op, omdat het net als een echt virus kopieën van zichzelf maakt en andere computers besmet. Maar net als een virusepidemie van mediabestanden vaak onschadelijk en zelfs leuk is, zijn er ook nuttige en ‘leuke’ virussen.

Sommige virussen infecteren namelijk bacteriën. Deze bacteriofagen kunnen worden ingezet om bacteriële ziekteverwekkers uit te schakelen. Omdat bacteriofagen kieskeurig zijn, laten ze andere cellen en nuttige bacteriën met rust. Deze virussen vormen mogelijk een alternatieve behandeling voor bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica, zoals de MRSA bacterie. Dat geeft een nieuwe betekenis aan ‘going viral’.

Gepubliceerd in dagblad Trouw op 6 februari 2018

Overzicht van alle columns
Ylva Poelman alias De Bionische Vrouw
Ynnovator www.ynnovator.nl
T: 06 - 22 79 71 84