Verhalen over dieren die al dagen voor een aardbeving afwijkend gedrag vertonen doen al eeuwen de ronde. Ratten, slangen, kikkers en bijen verlaten hun onderkomen, meervallen spartelen wild in het water, koeien geven minder melk, honden blijven maar blaffen en vee probeert uit de stallen te breken. Over de hele wereld wordt hiervan verslag gedaan.
Aardbevingen worden veroorzaakt door schuivende platen in de aardkorst. Daar waar de platen elkaar ontmoeten, bouwt zich spanning op. Als de spanning groot genoeg is, persen de platen zich over elkaar heen. Dat veroorzaakt seismische golven die aan het aardoppervlak bevingen aanrichten. Hierbij gaan de primaire (P) golven bijna twee keer zo snel als de secundaire (S) golven, die de meeste schade aanrichten.
De P-golven zijn voor mensen niet voelbaar en alleen te registeren met apparatuur. Het is heel goed denkbaar dat dieren die erg gevoelig zijn voor trillingen, de P-golven voelen en zich uit de voeten maken. Niet zozeer omdat ze ‘weten’ dat de schadelijke S-golven er aan komen, maar als normaal vluchtgedrag.
De P-golven komen hooguit tientallen seconden voor de S-golven aan en dat kan verklaren waarom dieren vlak voor een aardbeving wegvluchten. Waar veel wetenschapper sceptisch over zijn is of dieren ook al dagen van tevoren vluchten. Hier is nog weinig systematisch onderzoek naar gedaan en de verhalen worden afgedaan als anekdotisch. Net als verhalen die aantoonbaar niet waar zijn of ronduit onzinnig, zoals hoofdpijn bij mensen in Californië die een aardbeving in Nicaragua ‘voorspellen’. Ook zijn dieren niet altijd even voorspelbaar ("dat doet-ie anders nooit!").
Toch wordt nog niet helemaal uitgesloten dat dieren al eerder signalen krijgen over een aanstaande aardbeving. Ze hebben immers vaak uitermate gevoelige zintuigen en kunnen bovendien andere dingen waarnemen dan mensen. Maar wat merken ze dan precies? Dat is nou net de grote hamvraag voor het voorspellen van aardbevingen.
Spanning
Metingen aan seismische golven geven te weinig tijd voor een evacuatie. Daarom zoekt men naar tekenen van een toenemende spanning in de aardkorst, die leidt tot de aardbeving. Hierbij wordt gedacht aan kantelingen van de grond, afwijkende grondwaterniveaus, vrijkomende gassen of verandering in elektrische of magnetische velden. Dit zijn allemaal zaken die de diverse gevoelige dierlijke zintuigen kunnen waarnemen.
Daarnaast zijn er experimenten die aantonen dat gesteente onder spanning positief geladen deeltjes in de omringende lucht veroorzaakt. Van deze deeltjes wordt gedacht dat ze het serotonine syndroom kunnen veroorzaken. Symptomen zijn onder andere rusteloosheid en slapeloosheid, wat het geagiteerde gedrag van (huis)dieren kan verklaren. Dit syndroom doet zich tevens voor bij vergiftiging door antidepressiva.
Gevoelige dieren zullen van nature plekken met veel positief geladen deeltjes mijden. Onderzoekers speculeren dat dit de reden is voor een voorval in Peru. In het Yanachaga National Park wordt routinematig de populatie dieren met camera’s gemonitord. Het blijkt dat het aantal dieren in het park aanzienlijk daalde in de drie weken voor een aardbeving met magnitude 7.0, zelfs tot nul een aantal dagen voor de aardbeving. In deze periode werden ook duidelijke wijzigingen in de atmosfeer (ionosfeer) geregistreerd. Zowel deze afwijkingen, als het verdwijnen van dieren, kan worden verklaard door positief geladen deeltjes.
Helaas is er nog steeds geen goede methode om aardbevingen te voorspellen. Een initiatief hiertoe is het systematisch registreren van diergedrag. Daarvoor worden allerhande soorten dieren uitgerust met kleine zendertjes, want iedere soort reageert op andere signalen.
Als er consequent afwijkingen van het routineuze gedrag wordt geregistreerd voor aardbevingen, dan zou dat een doorbraak zijn. Wellicht bestaat een toekomstig waarschuwingssysteem uit een IoA: een Internet of Animals.
Gepubliceerd in dagblad Trouw op 12 september 2017
Overzicht van alle columns